Wilhelm Keitel (Helmscherode nabij Hannover, 22 september 1882 – Neurenberg, 16 oktober 1946). Veldmaarschalk Keitel was de chef van het opperbevel van de Duitse strijdkrachten, het Oberkommando der Wehrmacht.
Keitel werd ten tijde van het Duitse Keizerrijk geboren. In de Eerste Wereldoorlog diende hij als stafofficier. Die functie had hij ook na 1918 bij de Duitse Landmacht (Reichswehr). Na de val van Werner von Blomberg en Werner von Fritsch in februari 1938 werd Keitel benoemd tot Chef van het Opperbevel van de Strijdkrachten (veldmaarschalk), een gelijkwaardige functie als Minister van Oorlog. Door deze benoeming werd hij Hitlers militaire raadgever en verbindingsofficier tussen Hitler en het Duitse opperbevel. Hij nam ook deel aan de belangrijke militaire besprekingen en het was Keitel die in 1940 de voorwaarden voor de wapenstilstand aan de Fransen voorschreef. Na de mislukte aanslag op Hitler op 20 juli 1944 maakte hij deel uit van de krijgsraad tegen de verdachten van de aanslag. Wilhelm Keitel werd in 1945 gearresteerd en veroordeeld tijdens het Proces van Neurenberg wegens samenzwering, het voeren van een agressieoorlog, het begaan van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Hij werd op 16 oktober 1946 opgehangen.