De opmars naar de Siegfriedlinie was een van de slotfasen in de strijd in het westen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze fase duurde van de Uitbraak uit Normandië op 25 augustus 1944 tot de start van de Slag in de Ardennen (16 december 1944).
Ze komt overeen met de eerste fase van de Amerikaanse Rijnlandcampagne.
Achtergrond[]
Door de snelle opmars door Frankrijk ontstonden bevoorradingsproblemen bij de geallieerde legers. Hiernaast ontstond er uiteraard discussie in de geallieerde legerleiding over hoe de oorlog tegen Nazi-Duitsland het snelst kon worden beslist. Door de snelle opmars werden de aanvoerlijnen naar de Normandische stranden en Cherbourg steeds langer. De geallieerden moesten in Oost Frankrijk een pauze inlassen, omdat ze zonder benzine dreigden te geraken. De Duitse verdediging kreeg hierdoor tijd om zich te hergroeperen en van de natuurlijke verdediging faciliteiten als rivieren en bergen en de oude Siegfriedlinie in dit gebied gebruik te gaan maken.
Geallieerde legersamenstelling[]
SHAEF - Dwight Eisenhower
- Britse 21e Legergroep - Bernard Montgomery
- Britse 2e Leger - Miles Dempsey
- Canadese 1e Leger - Henry Duncan Graham Crerar
- Amerikaanse 12e Legergroep - Omar Bradley
- Amerikaanse 1e Leger - Courtney Hodges
- Amerikaanse 3e Leger - George Patton
- Amerikaanse 9e Leger - William Simpson
- Amerikaanse 6e Legergroep - Jacob Devers
- Amerikaanse 7e Leger - Alexander Patch
- Franse 1e Leger - Jean de Lattre de Tassigny
- Geallieerde 1e Luchtlandingsleger - Lewis H Brereton
Duitse legersamenstelling[]
De Duitse Wehrmacht in het westen stond onder bevel van maarschalk Gerd von Rundstedt. (details niet bekend)
De snelle geallieerde opmars[]
Na Operatie Cobra zetten de geallieerden de achtervolging in van de snel terugtrekkende Duitse troepen. Veel steden en dorpen, waaronder de grote havenstad Antwerpen, werden zonder noemenswaardige tegenstand bevrijd.
Noordelijke legergroep (21e Legergroep)[]
Market Garden[]
Zie Operatie Market Garden voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
De eerste operatie in de Rijnland campagne was Operatie Market Garden, onder bevel van Montgomery. Het doel van deze operatie was de inname van de bruggen over de grote rivieren in Nederland, in het bijzonder Arnhem. Hierdoor zou de Siegfriedlinie omtrokken kunnen worden.
Market Garden bestond uit twee delen:
- Operatie Market was de grootste luchtlandingsoperatie uit de geschiedenis. Drie divisies (twee Amerikaanse en één Britse) en één brigade parachutisten (Polen) dienden de vitale bruggen in te nemen en het opblazen door de Duitsers te verhinderen.
- Operatie Garden was de aanval op de grond door het Britse 30e Legerkorps die het gebied zou bezetten en de para's zou aflossen. Men nam aan dat de Duitsers zich verder zouden terugtrekken, zoals zij dit in geheel Frankrijk hadden gedaan. Men hield weinig rekening met serieuze tegenstand.
Bij succes zou Montgomery zich in een goede positie bevinden om de Slag om rivier Schelde snel tot een goed einde te brengen. Antwerpen zou als aanvoerhaven gebruikt kunnen worden, terwijl Londen hierna niet meer door V-1 en V-2 raketten bestookt kon worden.
Eisenhower keurde Operatie Market Garden goed. Bij de bevoorrading kreeg de 21e Legergroep prioriteit. Het Amerikaanse 1e leger voerde beperkte aanvallen uit ten noorden van de Ardennen om Duitse verdedigers uit het aanvalsgebied weg te lokken.
Het begin van de operatie verliep voorspoedig. De Amerikaanse 101e luchtlandingsdivisie en de Amerikaanse 82e luchtlandingsdivisie slaagden er in om hun doelen bij Eindhoven, Veghel en Nijmegen in te nemen. Problemen ontstonden bij de Britse 1e luchtlandingsdivisie. Deze landen ietwat verder van het doel verwijderd dan wenselijk was geweest. In Arnhem werd alleen de noordzijde van de brug bezet.
Er kwam een ernstige tekortkoming aan het licht in de schattingen van de Duitse troepensterkte. Beide operaties stuitten op veel sterker verzet dan eerder was ingeschat. Tot overmaat van ramp verhinderde slecht weer de aanvoer van versterkingen door de lucht en verminderde eveneens op drastische wijze de aanvoer van voorraden.
Operatie Market Garden draaide uit op een mislukking toen men niet in staat bleek de brug bij Arnhem in handen te houden en de Britten zware verliezen leden (de 1e Britse luchtlandingsdivisie verloor 77% van haar manschappen).
Strijd om de Scheldemonding[]
Zie Slag om rivier Schelde voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Na de mislukking van Operatie Market Garden kreeg het openen van de haven van Antwerpen de hoogste prioriteit. Deze taak werd toebedeeld aan het Canadese 1e Leger. Na zware strijd werd de haven van Antwerpen op 28 november heropend.
Centrale Legergroep (12e Legergroep)[]
Aken[]
Zie Slag om Aken voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Het Amerikaanse 1e Leger richtte zich op de verovering van de stad Aken. Dit moest gebeuren voor men de Siegfriedlinie zelf kon aanpakken.
Lotharingen[]
Zie Lotharingen campagne voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Eind augustus kreeg het Amerikaanse 3e Leger gebrek aan brandstof door de razendsnelle opmars door Frankrijk en door de voorrang bij de bevoorrading van de noordelijke strijdkrachten voor de bevrijding van Antwerpen. Op 1 september slaagde het 3e Leger er met haar laatste brandstof in om een van de sleutelbruggen over de Maas bij Verdun en Commercy in handen te krijgen. Gedurende de vijf hierop volgende dagen zat het 3e leger echter vast door gebrek aan brandstof, waardoor de vluchtende Duitse eenheden zich konden hergroeperen en versterkingen in het gebied opbouwen.
Toen het 3e Leger weer in beweging kon komen, voerde ze twee aanvallen uit op de door Duitsers bezette steden Metz en Nancy.
Na een risicovolle oversteek van de Moezel en een Duitse tegenaanval moest het 3e Leger echter een tweede pauze inlassen.
Na Metz rukte het 3e Leger verder op naar de rivier de Saar en begon haar aanval op de Siegfriedlinie.
Het Amerikaanse 1e Leger en het Amerikaanse 9e Leger probeerden in de Eifel enkele belangrijke stuwdammen in handen te krijgen, om te verhinderen dat hun oprukkende troepen afgesneden zouden worden. Dit leidde tot de Slag om Hürtgenwald.
Zuidelijke Legergroep (6e Legergroep)[]
(niet bekend)
Na afloop[]
(niet bekend)