De opkomstplicht is een wettelijke verplichting om je op een bepaalde dag, naar een door de overheid te bepalen plaats te begeven en je aldaar te identificeren. Dit kan een kiesbureau zijn in het kader van verkiezingen, of een kazerne in het kader van de dienstplicht.
De opkomstplicht voor militaire dienst is in Nederland op 1 mei 1997 officieel opgeschort.
Opkomstplicht bij verkiezingen[]
De opkomstplicht voor verkiezingen is te onderscheiden van de stemplicht, waarbij men verplicht is ook daadwerkelijk een stem uit te brengen. De opkomstplicht bestaat nog in een beperkt aantal landen. Omwille van de dalende deelname aan verkiezingen, wordt nu echter ook in andere landen het debat gevoerd over een mogelijke (her-)invoering van de opkomstplicht.
België[]
In België geldt een opkomstplicht voor alle federale, regionale, provinciale en gemeentelijke verkiezingen. Het niet naleven van deze opkomstplicht is een strafrechtelijk misdrijf.
In België bestaat ondanks het geheim van de stemming geen stemplicht, aangezien men ook zijn stemformulier blanco kan laten. Men heeft aan zijn wettelijke verplichting voldaan wanneer men zich heeft aangemeld op het kiesbureau.
Het principe van de opkomstplicht is in de Belgische Grondwet ingeschreven in 1893, met de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht. Door de opkomstplicht wilde de wetgever vermijden dat op de lagere sociale klasses druk zou uitgeoefend worden door hun bazen om niet te gaan stemmen. Er gaan een aantal politieke stemmen op om deze plicht af te schaffen, maar daar bestaat geen meerderheid voor.
Hoewel vaak wordt gesteld dat de opkomstplicht verantwoordelijk zou zijn voor het succes van protestpartijen, is er geen enkele wetenschappelijke aanduiding dat dit inderdaad het geval is. Weliswaar worden er relatief veel proteststemmen uitgebracht in het Vlaams Gewest, maar dat is niet het geval in Franstalig België, waar al evenzeer de opkomstplicht geldt.
Nederland[]
In Nederland werd in 1918 een opkomstplicht ingesteld, die in 1970 weer werd afgeschaft.
Eén van de gevolgen van de afschaffing is de steeds dalende opkomst bij de opeenvolgende verkiezingen, zoals bij de Provinciale Statenverkiezingen. Een opkomst van minder dan 50% betekent dat een "meerderheid" in de assemblee eigenlijk slechts een kwart van de inwoners vertegenwoordigt, waardoor het democratische karakter op de helling komt te staan.
Overige landen[]
Een aan België gelijkaardig systeem is vandaag de dag ook nog te vinden in het Groothertogdom Luxemburg, Thailand en Griekenland.