De oorlog in Afghanistan vond plaats in oktober en november 2001. Deze oorlog maakt deel uit van de door de VS uitgeroepen 'Oorlog tegen het terrorisme'. Na het installeren van een nieuw Afghaans bewind, bleven strijders van de taliban jarenlang proberen dit bewind omver te werpen.
Achtergrond[]
Op 20 september 2001 stelde de Amerikaanse president George W. Bush een ultimatum aan de Taliban. Hierin stonden de volgende punten:
- uitleveren van leiders van Al Qaida in Afghanistan aan de Verenigde Staten
- vrijlaten van alle buitenlandse gevangen, waaronder Amerikaanse burgers
- beschermen van buitenlandse journalisten, diplomaten en hulpverleners in Afghanistan
- sluiten van trainingskampen voor terroristen in Afghanistan en het "overdragen van elke terrorist en elk persoon en hun steunstructuur aan de geschikte autoriteiten"
- geven van volledige toegang tot de trainingskampen van terroristen aan de Verenigde Staten zodat hun sluiting gecontroleerd kan worden
Over deze eisen kon niet onderhandeld of gediscussieerd worden. Het antwoord kwam niet direct van de Taliban, omdat het direct spreken naar Bush een belediging voor de islam zou zijn, maar via hun Pakistaanse ambassade. In hun eerste reactie vroegen ze om bewijsmateriaal van Bin Ladens deelname in de aanvallen van 11 september, en boden ze aan hem in een islamitische rechtszaal te berechten. Toen de dreiging van oorlog groter werd boden ze aan hem in een neutraal land te laten berechten. Gematigden binnen de Taliban zijn naar verluidt samengekomen met ambtenaren van de Amerikaanse ambassade om een manier te bedenken om Mullah Muhammed Omar te overtuigen Bin Laden toch aan de VS uit te leveren, om een vergeldingsoorlog te voorkomen. Alle voorstellen die door de Taliban gedaan zijn, waaronder onvoorwaardelijke uitlevering, zijn door president Bush afgewezen.
Op 18 november 2001 stelde de Veiligheidsraad van de VN een resolutie, waarin van de Taliban onvoorwaardelijk werd geëist dat Osama bin Laden overgedragen wordt, en dat alle trainingskampen voor terroristen gesloten worden. Hierin werd verwezen naar een resolutie uit december 2000 waarin ook al om uitlevering van Bin Laden werd gevraagd voor het bombarderen van twee ambassades van de VS in Afrika in augustus 1998. Er werd echter nergens gesproken over het gebruik van geweld, en de invasie van Afghanistan was dan ook tegen de regels van de VN.
Uitbraak[]
Zondag 7 oktober 2001 om ca. 18.00 uur bombardeerden strijdkrachten van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk voor het eerst bepaalde doelen in Afghanistan, de bases van Taliban-strijdkrachten en van al Qaida. Deze aanvallen waren een reactie op de terroristische aanslagen op 11 september 2001 in New York en Washington D.C..
Gerapporteerd zijn aanvallen op terroristische trainingskampen van Osama Bin Laden, elektriciteitscentrales in de Afghaanse hoofdstad Kabul, alsmede op het vliegveld en militair zenuwcentrum in Kandahar. Ook in de stad Jalalabad zijn aanvallen uitgevoerd.
Politiek en coalitie[]
Zowel de Amerikaanse president George Bush als de Britse eerste minister Tony Blair berichtten hun respectievelijke naties in televisietoespraken over deze ontwikkelingen. Bush zei dat militaire doelen en terroristische opleidingskampen werden aangevallen en dat tevens levensmiddelenpakketten gedropt werden, omdat, zo zei hij, "het Afghaanse volk onze vriend is". Deze droppings zijn hevig bekritiseerd, vanwege het ambivalente en ook weinig effectieve karakter ervan.
In zijn toespraak complimenteerde Bush premier Tony Blair vanwege de Britse deelname aan de aanvallen. Behalve het Verenigd Koninkrijk hebben ook Canada, Frankrijk en Duitsland actieve steun toegezegd. Ondanks terughoudendheid in de Arabische staten wat betreft vergelding op het Pakistaanse al-Qaida-netwerk in Afghanistan heeft de Pakistaanse leider generaal Pervez Musharraf zijn ondersteuning aangeboden. Pakistan heeft zijn grenzen geopend voor de toenemende stroom vluchtelingen uit Afghanistan.
De Britse premier Tony Blair voerde in oktober en november een diplomatiek offensief waarbij hij ruim 60 politieke leiders in de hele wereld sprak.
Begin november 2001 boden verschillende landen, waaronder Nederland, Duitsland en Japan, op verzoek van de VS en Verenigd Koninkrijk, concrete militaire steun.
Ingezet materieel[]
Verschillende technieken zijn bij de strijd toegepast. Waarschijnlijk is men begonnen met het afvuren van Tomahawk-kruisvluchtwapens vanaf Britse en Amerikaanse onderzeeboten en oorlogsschepen. Daarna zijn Amerikaanse helikopters en jachtvliegtuigen ingezet. Ook zijn naar schatting 15 gevechtsvliegtuigen en 25 bommenwerpers betrokken bij de gevechtshandelingen. Het was de bedoeling dat op deze eerste dag twee C17-transportvliegtuigen 37.500 dagrantsoenen zouden droppen boven groepen vluchtelingen in Afghanistan.
De pers[]
Al Jazeera, het pan-Arabische nieuwsnetwerk, heeft video-opnamen getoond van een vooraf opgenomen toespraak van Osama Bin Laden, waarin deze elke aanval tegen Afghanistan veroordeelt. Bin Laden zei hierbij dat hij de eigenlijke verantwoordelijke voor de 11 september-aanslagen is, dat de Verenigde Staten ineen zullen storten nadat hun missie in Afghanistan (net als die van de Sovjet-Unie destijds) gefaald heeft, en hij roept moslims op tot jihad (heilige oorlog) tegen Amerika, het christendom ("de kruisvaarders"), Israël ("de zionisten") en de rest van de wereld.
Verloop van de oorlog[]
De Amerikanen bemoeiden zich slechts minimaal met de strijd op de grond, maar bombardeerden de Taliban vanuit de lucht. De Noordelijke Alliantie coördineerde wel haar acties met de Amerikaanse plannen. De bombardementen verzwakten de strijders, hoewel aanvankelijk in het front geen beweging kwam. Op 9 november vond de strijd om Mazar-i-Sharif plaats, waarbij de Noordelijke Alliantie een offensief opende gesteund vanuit de lucht door de Amerikanen. De Taliban gaven de stad na zware strijd op.
Half november was er een doorbraak aan het front. Guerrilla's in de bergen veroverden grote delen van het land, en Taliban liepen met hele regimenten tegelijk over. De Alliantie rukte op naar Kaboel, en ondanks Amerikaanse verzoeken de stad (nog) niet te nemen bezette de Alliantie Kaboel toch op 12 november. De Taliban hadden de stad de nacht ervoor al ontruimd. De Taliban troepen werden teruggedrongen tot Kandahar en een gebied in het noordwesten van Afghanistan. Uiteindelijk werden ook deze gebieden bezet en trokken de Taliban zich terug in de bergen. Zowel mullah Omar als Osama bin Laden werden niet aangetroffen, maar Mutawakkil gaf zich niet lang daarna aan de Amerikaanse commando's over.
Na afloop van de oorlog[]
Na afloop van de oorlog werden diverse besprekingen gevoerd (o.a. een Loya Jirga) over de vorming van een nieuwe regering onder leiding van Hamid Karzai. In maart 2004 had deze regering beperkte controle over het merendeel van het Afghaanse grondgebied. Wel is het nog steeds erg onrustig. Regelmatig worden er troepen van de ISAF en hulpverleners vermoord door talibanstrijders.
Aantal gesneuvelde militairen sinds 2001[]
Australië | 1 |
Canada | 71 |
Denemarken | 6 |
Duitsland | 26 |
Estland | 2 |
Finland | 1 |
Frankrijk | 12 |
Italië | 10 |
Nederland | 17 |
Noorwegen | 2 |
Polen | 1 |
Portugal | 1 |
Roemenië | 5 |
Spanje | 23 |
Tsjechië | 1 |
Verenigde Koninkrijk | 82 |
Verenigde Staten | 449 |
Zuid-Korea | 1 |
Zweden | 2 |
Totaal | 707 |
Gewonden bij VS-militairen[]
2001 | 35 |
2002 | 72 |
2003 | 98 |
2004 | 214 |
2005 | 267 |
2006 | 401 |
2007 | 206 |
Totaal | 1292 |
Gesneuvelde en zwaar gewonde Afghaanse militairen[]
Geschatte aantal gesneuvelde Afghaanse militairen in juli 2004: 8587
Geschatte aantal zwaar gewonde Afghaanse militairen in juli 2004: 25761