De Slag om Koersk of Operatie Citadel was de grootste tankslag in de geschiedenis en een beslissende slag aan het oostfront in de Tweede Wereldoorlog. Deze slag kende tevens de dag met de meeste verliezen in de geschiedenis van de luchtoorlog.
De slag vond plaats van 4 juli tot 22 juli 1943 tussen Duitsland en de Sovjet-Unie bij de stad Koersk. Bij de slag werden aan Duitse zijde 800.000 man infanterie, 2700 tanks en 2000 vliegtuigen ingezet en aan de Sovjetzijde 1.300.000 man infanterie, 3600 tanks en 2400 vliegtuigen.
Achtergrondinformatie[]
Von Manstein liet na de Slag om Stalingrad zijn troepen terugtrekken om de aanvoerlijnen van het Rode Leger te verlengen. De Russen waren er van overtuigd dat het Duitse leger al zo goed als verslagen was en dat de oorlog zijn einde naderde. De Duitsers waren echter nog steeds in staat aanvallen op de Russen uit te voeren.
De Duitsers lanceerden zelfs een tegenoffensief in de richting van de stad Charkov. Ze verzamelden hun troepen nabij de stad Krasnograd. Op 18 februari 1943 startten die het tegenoffensief op de rechtervleugel waar generaal Nikolaj Vatoetin zich bevond. De Duitsers vielen aan met een overmacht, de Russische troepen werden snel terug gedreven. Om Vatoetin te helpen wilde Golikov de flank van de Duitsers aanvallen maar dat plan kon niet worden uitgevoerd omdat ze dan zelf zouden worden ingesloten door de Wehrmacht. Daarbij kampten de Russen met aanvoerproblemen, ze trokken zich daarom terug achter de Donets nadat de stad Charkov verloren was.
Stalin zag dat de situatie ernstige vormen aannam en schakelde Zjoekov in. Deze gaf direct het bevel om alle reserves naar Belgorod te sturen. Op 18 maart 1943 vielen de Duitsers Belgorod aan. Ze werden echter snel tot staan gebracht. Aangezien nu de dooi inviel, moesten beide partijen minstens zes weken wachten voordat ze de strijd weer aan konden gaan. In de dooi konden tanks namelijk niet of nauwelijks vooruitkomen, omdat ze wegzakten in de modder die zo ontstond. Het gaf beide kanten de tijd om wapens, manschappen en voorraden aan te voeren. Dit was vooral in het voordeel van de Russen met een tankproductie van ongeveer 2000 tanks per maand.
De Duitsers moesten het stellen met ongeveer 100 tanks per maand; daarnaast hadden ze ook problemen om voldoende reserveonderdelen aan te voeren.
Na de dood van Fritz Todt, werd Albert Speer aangesteld als Minister van Bewapening. Hij zorgde voor een veel grotere productie van de gevraagde producten. Toch hadden de Duitsers meer manschappen nodig. Ze voerden de dienstplicht in voor iedereen tussen de 16 en 65 jaar. De industrie moest vervolgens door vrouwen, Belgen, Nederlanders en Fransen draaiende worden gehouden.
Von Manstein wist dat Duitsland alleen maar in de verdediging kon gaan. Ze konden hooguit ergens lokaal een aanval lanceren. Dit om zoveel mogelijk krijgsgevangenen en oorlogsbuit te maken. Daarom zag Von Manstein een mogelijkheid om de Koersk saillant (een uitstulping in de frontlinie) te heroveren. Toen Operatie Citadel begon, hadden beide partijen al veel troepen en materieel verzameld.
De plannen[]
Plannen Duitsland[]
Von Manstein wilde de zuidelijke vleugel van de Russen terugdrijven naar de Zee van Azov en ze daar omsingelen. Het Oberkommando des Heeres (OKH) had echter een heel ander plan in gedachten.
Het plan van de OKH was vrij eenvoudig. Legergroep Centrum onder leiding van generaal Von Kluge en de legergroep Zuid onder leiding van Von Manstein zouden proberen de saillant te omsingelen. Zo zouden ze revanche kunnen nemen voor Stalingrad
Wat de Duitsers niet wisten was dat er een anti-nazi, Rudolf Rössler, die een hoge functie bezat bij het OKH, alle plannen van het offensief verstuurde naar Zwitserland, die daarna via een tussenpersoon naar Moskou werden gezonden. Hij had ook al een positieve bijdrage geleverd bij de Slag om Stalingrad en Moskou.
Plannen Sovjet-Unie[]
De Russen waren zelf ook offensieven aan het voorbereiden. Zo wilden ze de Duitsers in de zomer aanvallen. Orel en Charkov waren de doelwitten en stellingen die heroverd moesten worden. Dit zou kunnen leiden tot een doorbraak dichtbij de moerassen van Pripyat. De Sovjetbevelhebbers hadden echter aanzienlijke zorgen over de Duitse plannen en hielden ook rekening met het feit dat ze misschien wel in de verdediging moesten. Ze waren bang dat de Duitsers weer hun gevreesde blitzkriegtactiek zouden uitvoeren.
Uiteindelijk besliste generaal Zjoekov dat de Russen het saillant zodanig moesten verdedigen dat de Duitsers er hun tanden zouden op breken. Daarna zouden de Russen direct een tegenaanval lanceren om de overige Duitse reserves te vernietigen.
Het offensief[]
De Russen wisten dat de Duitsers met een grote hoeveelheid tanks zouden aanvallen. Ze rustten daarom hun stellingen uit met antitankwapens en ze legden mijnenvelden aan. De Russen bouwden hun verdediging snel uit tot zes verdedigingsgordels. Tijdens de bouw van hun verdedigingslinies bleef het Rode Leger echter niet stilzitten. Ze zetten partizanengroepen in om de Duitse bevoorrading te verhinderen.
Op 2 juli 1943 meldde Hitler dat het offensief op 5 juli van start zou gaan. De meeste Duitse generaals vonden dat de aanval al veel eerder had moeten plaatsvinden, want ze hadden gezien wat hen inmiddels te wachten stond. Ze hadden de vijandelijke stellingen vanuit verkenningsvliegtuigen bekeken. De generaals vreesden ook dat er na loop van tijd troepen nodig waren om een invasie op Sicilië te bestrijden. De Russen hadden het vermoeden dat de aanval tussen 3 en 6 juli zou plaatsvinden. Toen ze zagen dat de Duitsers hun prikkeldraad en mijnen begonnen te verwijderen, gaf generaal Rokossovski het bevel om de Duitsers met vliegtuigen en artillerie te beschieten. De Duitsers begonnen ook terug te schieten.
Om 5:30 uur lanceerde generaal Model een schijnaanval tegen de Russen. Twee uur later werd de hoofdaanval uitgevoerd. Rokossovsky liet een groot aantal vliegtuigen opstijgen om de Duitsers aan te vallen. De Duitsers leden hierbij direct gevoelige verliezen.
Niet alleen de vliegtuigen baarden Model zorgen, maar ook de mijnenvelden die waren aangelegd. Vele tanks gingen hopeloos verloren door mijnen. Een andere consequentie van deze mijnenvelden was, dat men niet veel bewegingsvrijheid had en tanks een nóg gemakkelijker doelwit werden voor antitankgeschut. De infanterie kon niet meer profiteren van de dekking, die oprukkende tanks haar normaal gesproken boden.
Na hevige gevechten wisten de Duitsers door de eerste verdedigingslinie van de Russen heen te breken. De tegenaanval die daarop werd ingezet door de Russen kon worden afgeslagen.
De dag erna hervatten de Duitsers hun offensieve acties. De Russen bestookten de Duitsers wederom. Dit keer met meer succes dan de vorige dag. De Duitsers leden gevoelige verliezen. Ondanks deze zware verliezen wisten de Duitsers toch door te stoten naar Ponjri en Molotjstsji. De zege was echter van korte duur aangezien de Russen zich snel wisten te herstellen en de verloren stellingen te heroveren. De gebieden zouden diezelfde dag nog twee maal van partij veranderen. Model gaf het bevel om de stad Ponjri in te nemen om er dan een sterke verdedigingsstelling van te maken. Maar wat de Duitsers ook probeerden, dit gelukte hen niet.
Aan de zuidkant van de saillant hadden de Duitsers het gemakkelijker, omdat de Russen al hun slagkracht nodig hadden om de hoofdaanval van Model in het noorden af te slaan. Generaal Hoth leidde de troepen in het zuiden. Hij wilde oprukken naar Obojan, maar stuitte op Russische tanks en infanterie. Hij wilde daarom eerst afrekenen met de Russische versterkingen nabij Prochorovka. Na een reeks van gevechten lag de weg naar Prochorovka open. Later op de dag werden ook de tanks –en infanterietroepen, die hen eerst de weg versperden, verslagen. Daardoor konden de Duitsers alsnog doorstoten naar Obojan.
Aangezien Hoth zijn aanvallen meestal op eigen initiatief uitvoerde (zonder opdracht van de Duitse legerleiding), werd Rudolf Rössler nog maar nauwelijks geïnformeerd. Normaliter wisten de Russen waar de Duitsers dus ongeveer gingen aanvallen. Echter nu, zonder de vitale informatie van Rudolf Rössler, tastten ze vaak in het duister. De Duitsers profiteerden hier (onbewust) van en konden de verkeerd opgestelde troepen zonder veel moeite verslaan.
Uiteindelijk gingen de Russen in de tegenaanval en vielen op 12 juli aan met 850 tanks. Hoth zette als reactie hierop 700 tanks in. De Tiger I tanks die van dichtbij een stuk eenvoudiger te verslaan waren, werden aan flarden geschoten door de krachtige T-34’s. Ook in de lucht ontstonden hevige gevechten. Eigenlijk was het om de grondtroepen te ondersteunen, maar er ontstonden grote gevechten in de lucht. Beide partijen verloren ongeveer 300 tanks. Bovendien hadden de Duitsers nog altijd Obojan en Prochorovka niet veroverd.
De geallieerde landingen op Sicilië[]
Tijdens Operatie Citadel kwam er voor de Duitsers nog een volgend front bij. Hitler wist dat de landing op Sicilië zou plaatsvinden, alleen was het onbekend wanneer dit zou gebeuren. Op het meest ongunstige moment was het dan zover. De Britten en Amerikanen waren een invasie gestart op Sicilië. Doordat de Britten en Amerikanen Operatie Husky hadden uitgevoerd, ging Stalins wens eindelijk in vervulling. Er was een tweede front geopend. Eindelijk zouden de Duitsers troepen moeten weghalen van het Oostfront.
Hitler riep Günther von Kluge en Von Manstein om naar zijn hoofdkwartier, de Wolfsschanze, in Oost-Pruisen te komen. Hitler dacht erover om troepen aan het oostfront weg te halen en deze te stationeren in Italië. Echter dit zouden dan troepen zijn die momenteel Operatie Citadel aan het uitvoeren waren. Von Manstein wilde eigenlijk geen troepen afgeven en zei tegen Hitler dat één grote inspanning bij Koersk hem de overwinning zou brengen. Echter Hitler negeerde de wanhoopspoging van Von Manstein.
Uiteindelijk zou alleen maar de Leibstandarte-SS Adolf Hitler naar Italië vertrekken.
Het einde van het gevecht[]
De Duitsers kregen zware klappen te verwerken. De Russen lanceerden in het noorden van de saillant een tegenoffensief. Bovendien waren de Britten, samen met de Amerikanen, twee dagen ervoor geland op Sicilië. Dat betekende dat Hitler eenheden van het Oostfront moest afhalen en zou moeten overbrengen naar Italië. De Führer had wel besloten dat de aanvallen aan de zuidkant van de saillant mochten worden doorgezet. Ondertussen had Hoth al snel een paar lokale omsingelingen uitgevoerd. Echter de Russen vielen massaal Models linkerflank aan en deze moest zich, om een omsingeling te vermijden, terugtrekken.
Op 15 juli was Hoth’s opmars bijna tot stilstand gekomen. De Russen vonden het tijd om ook in het zuiden een offensief te starten. Het Rode Leger wist snel gebieden te veroveren. Op 23 juli waren de Russen al opgerukt naar het gebied waar Operatie Citadel was begonnen. Zjoekov liet zijn troepen hergroeperen en achtereenvolgens werden Oryol (5 augustus), Belgorod (5 augustus) en Charkov (23 augustus) bevrijd. Dit betekende voor de Russen de eerste winst in een zomeroffensief. In de loop van de maanden boekten de Russen nog veel successen, hoewel ze nog één maal tegen werden gehouden bij de Hagenlinie.
Verwante onderwerpen[]
- Slag om Stalingrad
- Het Oostfront
- Operatie Husky (landing Sicilië)
Externe links[]
- Kaart van de gevechten
- De slag om koersk (officiële website van het Russische Ministerie van Defensie) (In het Russisch)
- Slag om Koersk Let op! muziekbestand wordt ook ingeladen.
- Slag om Koersk in foto's
Bronnen, noten en/of referenties: |
|
Dit artikel valt onder de GNU-licentie voor vrije documentatie |