De Marinecomponent is een onderdeel van de Belgische Krijgsmacht. De benaming werd in 2002 ingevoerd als gevolg van de herstructurering van de krijgsmacht. Voorheen heette dit onderdeel, net als in zovele landen, zeemacht.
Geschiedenis[]
Koninklijke Marine[]
Omdat na de Belgische Revolutie van 1830 de Nederlandse Vloot iedere handelsactiviteit van de pas opgerichte Belgische Staat belemmerde, werd door het congres op 15 januari 1831 besloten om een Koninklijke Marine op te richten. Men zou 2 brigantijnen en 4 tweemast kanonneerboten bouwen.
De recrutering van de kersverse Marine ging gepaard met veel moeilijkheden wegens gebrek aan kennis. Tijdens de Nederlandse overheersing werden immers alle Belgen systematisch uit de kaders van de Nederlandse Koninklijke Marine geweerd.
Na het beëindigen van de oorlog met Nederland werd het beschermen van de haringvangst de voornaamste opdracht van de Belgische Marine. In 1838 en 1839 werd de Koninklijke Marine gesplitst in twee delen;
- Oostende voor de brigantijnen
- Antwerpen voor de overige eenheden.
Omdat het nut van een Belgische Vloot door het parlement in twijfel werd getrokken werden de schepen één voor één ontmanteld. Uiteindelijk besloot de toenmalige regering op 11 april 1862 om de Koninklijke Marine te ontbinden.
Korps van Torpedisten en zeelieden[]
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was er terug nood aan een eigen Marine. Beetje bij beetje ging men over tot de oprichting ervan. Zo werd naar aanleiding van het losbreken van de onbeperkte Duitse onderzeebotenoorlog besloten tot de oprichting van een bemanningsdepot te Calais. Dit Depot moest een Staf omvatten samen met 2 compagnies zeelui en 1 peleton marineartillerie.
Na de oorlog werd dit Depot gekazerneerd te Oostende in het Leopoldsfort. Krachtens het Verdrag van Versailles kreeg de Belgische Marine 11 Duitse torpedoboten en 26 Duitse mijnenvegers toegewezen. Bovendien werd beroep gedaan op het Depot om toezicht te houden op de Rijn en dit vanaf Keulen tot de Nederlandse grens. Hiertoe werd de Rijnflottielje opgericht.
Op 19 mei 1919 werd het Bemanningsdepot vervangen door het Korps van Torpedisten en Zeelieden. Vier jaar later, na het in leen krijgen van de Franse kruiser d'Entrecasteaux, gebeurde een hergroepering van de vloot te Brugge. Niettemin bleef men in het Parlement kritiek spuien op de Marine zodat uiteindelijk door een Koninklijk Besluit beslist werd op 31 maart 1927 over te gaan tot de ontbinding van het Korps van Torpedisten en Zeelieden.
Belgische Zeemacht[]
In de schoot van de Britse Royal Navy wordt in 1940 een Belgische Sectie opgericht die de toekomstige Belgische Zeemacht zal vormen. In 1942 worden de Britse korvetten Buttercup en Godetia volledig bemand met leden van de Belgische Sectie. Ook het 118de smaldeel mijnenvegers wordt door Belgen bemand.
Beide 'belgische' schepen nemen tijdes de oorlog deel aan verscheidene operaties in de Atlantische Oceaan. Op 6 juni 1944 nemen ze ook deel aan de landing in Normandië. In oktober 1944 varen de mijnenvegers van het 118de smaldeel de haven van Oostende binnen. Vanaf dat ogenblik begint het gevaarlijke mijnenvegen voor de Belgische kust.