Marche-les-Dames is een deelgemeente van de Belgische stad Namen. De plaats, die tot 1977 een zelfstandige gemeente was, ligt aan de linkeroever van de Maas, en men vindt er de mooiste klimrotsen uit de omgeving. Door deze unieke omgeving waar zowel water, bos als rots zich in één decor verenigd hebben, hebben de Belgische ParaCommando's hier hun Trainingscentrum voor Commando's (CE Cdo) gevestigd. Marche-les-Dames kreeg vooral bekendheid door de tragische dood van de Belgische koning Albert I, die hier graag kwam klimmen, en op 17 februari 1934 bij een ongeval van de rotsen stortte, en ter plaatse overleed.
Geschiedenis[]
Ongeveer één kilometer vanaf de maas in de richting van Gelbressée werd in het begin van de 12e eeuw een cisterciënzerabdij gevestigd. In de abdij Notre Dame du Vivier verbleven de echtgenoten van Naamse kruisvaarders die samen met Godfried van Bouillon waren vertrokken. Naar verluidt bleven de dames wier man niet terugkeerde, definitief in het klooster. Deze plaats noemde Marche les Dames en verwees naar de abdij en de dames (echtgenotes) van de kruisvaders.
De plaats, waar het riviertje van Gelbressée in de Maas stroomde en waar nu het Kasteel d'Arenberg gevestigd is, noemde vroeger “Marche sur Meuse” oftewel “grens aan de Maas”. Destijds stond op die plaats een hospitaal voor de pelgrims die naar Jeruzalem trokken. In geschriften van 1302 werd het hospitaal reeds geciteerd maar het was allicht veel ouder. In de loop der tijd verdween het hospitaal en in 1808 bouwt Jean Joseph Jaumenne op die plaats een kasteeltje. Jaumenne is grondbezitter en staalleverancier voor Napoleon’s kanonnen. Doordat Napoleon de strijd verliest raakt Jaumenne in 1825 in een faillissement.