Defensieweb wiki
Advertisement

De joodse jaartelling, joodse kalender of Hebreeuwse kalender rekent vanaf het jaar waarvan het jodendom aanneemt dat de schepping van de wereld heeft plaatsgevonden (de Anno Mundi).

Op grond van de Tenach wordt de schepping geacht te hebben plaatsgevonden in het jaar 3761 voor de gangbare jaartelling.

Het joodse jaar 5768 komt zodoende overeen met het algemene of Gregoriaanse jaar (sep./okt., tishrei) 2007 - 2008.

In het jodendom hanteert men de maankalender. Een maanmaand duurt 29,5 dagen waarbij de ene maand 29 en de andere maand weer 30 dagen duurt. Omdat er 12 joodse maanden zijn komt men hierdoor uit op 354 dagen oftewel men loopt 11 dagen achter op de zonnekalender.

Dit lost men op door in een telkens terugkerende periode van 19 jaar zeven keer een schrikkelmaand toe te voegen en wel in het 3e, 6e, 8e, 11e, 14e, 17e en 19e jaar. Deze schrikkelmaand heeft in de regel 30 dagen (op één na die 29 dagen telt) waardoor men na 19 jaar in de pas loopt met de zonnekalender. De naam van de schrikkelmaand is tweede adar of kortweg adar 2.

Het nieuwe jaar begint op Rosj Hasjana, een gewichtige tweedaagse periode van gebed en inkeer, die in september of oktober van de Gregoriaanse kalender valt.

Advertisement