Defensieweb wiki
Advertisement

Emir (soms ook gespeld als Amir of Ameer, Arabisch voor "commandant, aanvoerder") is een adellijke of vorstelijke titel gebruikt in islamitische landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Oorspronkelijk was het een eretitel die gegeven werd aan nakomelingen van Mohammed, via zijn dochter Fatima Zahra. In later tijden werd de titel in bredere zin gebruikt, bijvoorbeeld als titel voor stamhoofden van Bedoeïnen van Arabië en edelen en functionarissen van het Ottomaanse rijk. Ook binnen de Gouden Horde en de Moren in Spanje werd de titel gebruikt.

Het woord emir wordt in minder formele zin ook gebruikt voor leiders in bepaalde context. Zo wordt de leider van een groep pelgrims naar Mekka een emir hadji genoemd.

De Kaliefen gebruikten de titel emir al-mu'menin, "Aanvoerder van de Gelovigen". De westerse term admiraal komt van de Arabische uitdrukking amir al-bahr, "zee-commandant".

De titel emir wordt sinds hun onafhankelijkheid (19 juni 1961) ook door de al-Sabah dynastie van Koeweit gebruikt om de heersende monarch aan te duiden. Op dezelfde wijze gebruikt ook Qatar de titel sinds 1971. Bahrein gebruikte de titel tussen 1971 en 2002.

Een andere betekenis van het woord in het Arabisch is "prins", de mannelijke nakomelingen van een vorst.
Soms draagt het ook de mening "kroonprins". Een voorbeeld hiervan is "Emir Abdullah", de titel van Koning Abdullah, zoon van Koning Hoessein van Jordanië, voordat hij gekroond werd. In deze zin noemt men een land dat door een emir geregeerd wordt een emiraat, zoals de Verenigde Arabische Emiraten.


Advertisement