Dumdumkogel of dum-dumkogel is in de volksmond een algemene naam die gebruikt wordt voor kogels die fragmenteren of uitzetten bij het treffen van het lichaam. De naam is afkomstig van een Britse legermunitiefabriek in de Indiase plaats Dum Dum nabij Calcutta waar in 1898 de eerste zulke kogels werden vervaardigd. Een gewone kogel wordt wel eens door de schutter bewerkt door er van voren een kruis overheen te snijden waardoor een soortgelijk effect optreedt.
Voor het Lee Metford geweer dat toentertijd werd gebruikt door het Britse leger waren er de volmantel Mark I en Mark II kogels ontwikkeld. Tijdens gevechten in India in 1895 werden deze nieuwe kogels voor het eerst gebruikt maar al snel werd duidelijk dat de kogel een veel te lage verwondingscapaciteit had, veel lager dan de oudere loden kogels.
Er werd daarom opdracht gegeven aan de munitiefabriek in Dum-Dum om de effectiviteit van de kogel te verbeteren. Door Captain Bery Clay werd een model ontwikkeld waarbij de mantel van een Mark 2 kogel in de punt was voorzien van een holte. Echter bij testen bleek dat de mantel, die bij een mark 2 van onderen open was, regelmatig in de loop bleef zitten en dat de loden kern via de voorzijde door de mantel werd geperst en de loop verliet. Hierdoor kreeg men wapenstoringen. Toen echter de bodem en de kogelwand uit één stuk bestonden had men het probleem opgelost. Doordat de mantel aan de voorzijde een holte heeft zal de kogel bij het treffen van het doel in diameter toenemen. Dit komt doordat de kern snel opstuikt door de opening van de mantel heen en door deze diametervergroting zal alle kinetische energie ook aan het doel worden afgegeven en zware verwondingen veroorzaken bij mens en dier. De soldaten die de nieuwe kogel daarna gebruikten waren erg enthousiast want het was een zeer effectief en gruwelijk verwondend projectiel. De soldaten vertelden dat zij nieuwe dum-dumkogels hadden die geweldig goed deden. Zij lazen namelijk op de etiketten van de munitie verpakkingen het woord Dum-Dum. Later zijn deze kogels als mark 4 en mark 5 ingevoerd door het Engelse leger.
Een eerder experiment in Nederland
De latere Nederlandse minister van Oorlog, August Willem Philip Weitzel was in 1866 hoofd van de schietopleiding waar hij werd benaderd door een Fransman, de heer Pertuiset, leeuwenjager van beroep, die hem het exclusieve recht op de vervaardiging van gepatenteerde "exploderende kogels voor klein geweer" aanbood. Proeven met broden, houten balken, blokken gelatine en kadavers toonden de verschrikkelijke uitwerking van deze kogels op een lichaam en Weitzel wees het in zijn ogen "barbaarse" aanbod beslist van de hand. De minister van Oorlog volgde Weitzels advies. Op initiatief van Tsaar Alexander II van Rusland zag een meerderheid van de Europese staten van het gebruik van dergelijke kogels af.
Het verdrag van Den Haag
In het verdrag van de internationale Vredesconferentie van Den Haag uit 1899 werd het gebruik van fragmenterende en uitzettende kogels, en dus ook de DumDumkogel, voor militaire doeleinden verboden.