Ahmad Ismail Yassin (dorpje bij Ashkelon, 1936 – Gaza, 22 maart 2004) was een Palestijnse sjeik en oprichter van Hamas.
Levensloop[]
Yassin werd in het Britse mandaatgebied Palestina geboren. Tijdens de Arabische-Israëlische oorlog van 1948 vluchtte Yassin met zijn familie naar de Gazastrook. Hij werd invalide aan een rugblessure die hij opliep bij het voetballen en was sindsdien gekluisterd aan een rolstoel. Later werd hij eveneens blind.
Yassin studeerde aan de Al-Azhar Universiteit in Caïro. Deze universiteit was een centrum van Arabisch nationalisme en ook de Moslimbroederschap was hier opgericht. Yassin werd lid van de Broederschap en richtte in 1987 de Palestijnse tak van deze organisatie op. Deze organisatie ging later Hamas heten.
Hamas is een verzetsbeweging die onder andere als doel heeft het vestigen van een islamitische republiek in heel het historische Palestina, waarmee ze tegen het bestaan van de huidige staat Israël is. Zij laat geregeld mensen opblazen op drukke plekken in Israël, zoals winkelcentra, cafés en bushaltes. Amnesty International definieert dit soort daden als 'misdaden tegen de mensheid'. In totaal werden tot maart 2004 337 Israëliërs gedood bij aanslagen van de Hamas. De organisatie, die zich aanvankelijk gematigder leek op te stellen, verricht ook werk op sociaal terrein. Vooral na de Oslo-akkoorden verlegde de Hamas op last van Yassin echter het accent naar geweldsaanslagen.
In 1989 werd Ahmad Yassin door een Israëlische rechtbank veroordeeld tot levenslang wegens betrokkenheid bij en aanmoediging van terreurdaden. In 1997 werd hij echter vrijgelaten op verzoek van Jordanië, nadat Jordaanse autoriteiten een Israëlische geheimagent had aangehouden die een ander kopstuk van de Hamas, Halad Mashal, probeerde te liquideren.
Yassin werd in de ochtend van 22 maart 2004 door het Israëlische leger vermoord op het moment dat hij een moskee verliet.